Digitale technologie en digitale media zijn niet meer weg te denken in vele aspecten van ons dagelijks leven. Om hier op een effectieve manier gebruik van te kunnen maken is het belangrijk om voldoende ‘digitaal geletterd’ te zijn. Een digitaal geletterde leerling kan bewust, verantwoordelijk, kritisch en creatief gebruik maken van digitale technologie en digitale media (SLO, 2025; Fraillon & Rožman, 2023).
Alleen het kunnen gebruiken van ICT-toepassingen is niet voldoende om digitaal geletterd te zijn; ook andere vaardigheden (de zogenoemde hogere-orde vaardigheden) zijn nodig om technologie effectief te kunnen gebruiken in het dagelijks leven. Zo vergt het vinden van de juiste digitale informatie op internet niet alleen vaardigheden in het gebruik van een zoekmachine (bijvoorbeeld Google) maar ook vaardigheden om de betrouwbaarheid en relevantie van de gevonden informatie te kunnen beoordelen (Fraillon & Rožman, 2023).
In het Peilingsonderzoek Digitale Geletterdheid in het voortgezet onderwijs (Peil.DG vo) gaan we uit van een raamwerk waarin de volgende vier competentiegebieden voor digitale geletterdheid worden onderscheiden (zie ook Figuur 1):
- ICT-basisvaardigheden
- Informatievaardigheden
- Mediawijsheid
- Computational thinking
Voor uitleg en concrete voorbeelden kunt u op één van de vier domeinen in de figuur klikken.
De toetsen en vragenlijsten die voor deze peiling worden ontwikkeld, zijn gebaseerd op de uitwerkingen van deze vier competentiegebieden en de negen conceptkerndoelen voor digitale geletterdheid. Alle vier de domeinen komen aan bod, maar na raadpleging van docenten en experts, leggen we in Peil.DG vo de nadruk op de gebieden digitale informatievaardigheden en mediawijsheid.

Informatievaardigheden
Het systematisch, effectief en efficiënt gebruikmaken van digitale bronnen bij het verzamelen, evalueren, verwerken en delen van digitale informatie.
Voorbeelden:
- Met welke zoekopdracht of prompt kan ik de informatie vinden die ik zoek?
- Hoe weet ik of de informatie die ik vind betrouwbaar is?
- Welke informatie is relevant?
Computational thinking
Denkvaardigheden en strategieën die helpen bij het (her)formuleren van complexe problemen zodat een computer kan bijdragen aan het oplossen. Hierbij leren leerlingen over data en dataverwerking, decompositie, patroonherkenning, abstractie, algoritmes en reflecteren op computational thinking.
Voorbeelden:
- Hoe moet ik een probleem in stukjes hakken om een strategie voor de oplossing te ontwikkelen?
- Hoe stel je een vraag zodat de computer die begrijpt?
Mediawijsheid
Kennis, vaardigheden en mentaliteit die nodig zijn om bewust, kritisch en actief om te gaan met digitale media. Het domein gaat over digitale media en digitale content, online communiceren en over de medialisering in de samenleving.
Voorbeelden:
- Hoe herken ik nepnieuws?
- Wat zijn cookies en wat doen ze?
- Hoe gedraag ik me online?
ICT-basisvaardigheden
Kennis en vaardigheden nodig om met digitale technologie om te gaan. Het gaat om de bediening, de mogelijkheden en de beperkingen van digitale technologie.
Voorbeelden:
- Welke ICT-toepassingen zijn er om informatie te presenteren en weet ik hoe ik die moet gebruiken?
- Hoe bewaar ik mijn gevonden digitale informatie op een efficiënte manier?
Figuur 1: Domeinen van digitale geletterdheid. Klik op een domein voor meer informatie.