De peiling Digitale Geletterdheid in het voortgezet onderwijs (Peil.DG vo) vindt plaats in het voorjaar van 2026 bij een landelijke representatieve steekproef van vo-scholen. Deze steekproef wordt getrokken door de Inspectie van het Onderwijs. Op de deelnemende scholen neemt één klas uit het tweede leerjaar deel aan het onderzoek. Op praktijkscholen – waar de klassen kleiner zijn – nemen twee klassen uit het tweede leerjaar deel.
De leerlingen van de geselecteerde klassen maken een toets en vullen een vragenlijst in. Een toetsleider van KBA Nijmegen komt naar de school toe om deze afname te organiseren, zodat de school/docenten zoveel mogelijk worden ontlast en de dataverzameling op elke school zoveel mogelijk gelijk verloopt. De leerlingen maken de toets en vragenlijst op hun eigen laptop of op een laptop van de school. Als een school niet beschikt over voldoende laptops brengt de toetsleider deze mee. In totaal duurt de afname bij de leerlingen maximaal 100 minuten, inclusief instructie en pauzes. In het praktijkonderwijs krijgen de leerlingen een verkorte toets en vragenlijst en duurt de afname maximaal 60 minuten. De onderzoekers sturen een brief naar de scholen waarmee ze de ouders over het onderzoek kunnen informeren. Naast het onderzoek bij de leerlingen vullen ook de schoolleider en docenten van de geselecteerde klassen een online vragenlijst in.
De peiling Digitale Geletterdheid in het voortgezet onderwijs maakt deel uit van de landelijke periodieke peilingsonderzoeken in het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs, die worden uitgevoerd onder regie van de Inspectie van het Onderwijs. Peil.DG vo wordt in opdracht van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) uitgevoerd door onderzoekers en toetsontwikkelaars van de Universiteit Twente, Stichting Cito en KBA Nijmegen.
Deelname aan Peil.DG vo staat geheel los van het instellingstoezicht van de inspectie. De resultaten worden op geen enkele manier door de inspectie gebruikt voor een kwaliteitsbeoordeling van de deelnemende scholen. De gegevensverwerking voldoet aan de privacywet (AVG). Dit betekent onder meer dat in het onderzoeksbestand en de rapportage geen herleidbare persoonsgegevens van leerlingen, docenten of schoolleiders zijn opgenomen. Ook de scholen worden niet herkenbaar in beeld gebracht.nformeren.
Na de toetsafname krijgen de leerlingen en de schoolcontactpersoon voor het onderzoek een presentje als dank. Later ontvangt de school een schoolrapport waarin de resultaten van de eigen leerlingen worden vergeleken met landelijke gemiddelden van leerlingen in hetzelfde onderwijsniveau. Ook worden in het schoolrapport landelijke resultaten uit de docent- en schoolvragenlijsten teruggekoppeld, hetgeen handvatten biedt voor reflectie over de eigen onderwijskwaliteit en voor schoolverbetering.